Karel Appel richtten samen met Anton Rooskens, Corneille, Constant, Jan Nieuwenhuys (broer van Constant) en Theo Wolvecamp de ‘Nederlandse Experimentele Groep op in Amsterdam. Ook was hij 8 november 1948 medeoprichter van de bekende kunststroming ‘Cobra’. In Nederland is hij waarschijnlijk het meest bekende lid van deze beweging. Zijn term ‘Ik rotzooi maar wat aan’ zorgde voor grote bekendheid. Karel Appel zorgde voor veel opschudding in de Nederlandse kunstwereld tijdens de jaren veertig en vijftig door zijn ‘spontane’ manier van schilderen. In 1949 bracht zijn wandschildering in de kantine van het Amsterdams Stadhuis, ‘Vragende kinderen’, veel teweeg. Verontwaardigde ambtenaren zorgden er zelfs voor dat het kunstwerk 10 jaar lang schuil gehouden werd. De gemeente bedekte het werk achter het behang om de kalmte terug te brengen.
Directe expressie in verf was altijd erg belangrijk voor Karel Appel. Hij besteedde weinig aandacht aan de theoretische pamfletten van Dotremont en Constant. Vooral in de Cobra jaren schilderde Appel in simpele vormen, stevige lijnen, fantasiedieren en vriendelijke onschuldige kindwezens. Het gebruik van felle en heldere kleuren heeft eigenlijk altijd centraal gestaan.
In de jaren vijftig, na het uiteenvallen van Cobra, wist Appel de gevoelsmatige benadering van het onderwerp vast te houden. Hij ontwikkelde een steeds heftigere schildertechniek. De bekende kleurvlakken en lijnen werden langzaam maar zeker samengesmolten in bewogen verfmassa’s. Ook heeft hij zich veel bezig gehouden met het schrijven van gedichten, maken van assemblages en beeldhouwwerken.
Christiaan Karel Appel (25 de abril de 1921 - 3 de mayo de 2006) fue un pintor, poeta y escultor holandés, hijo de Johanna Chevalier, descendiente de los hugonotes franceses. Appel comenzó a pintar a la tierna edad de catorce años, siendo su primer trabajo un bodegón de una canasta de frutas. Durante la ocupación alemana estudió en la Rijksakademie van Beeldende Kunsten en Amsterdam desde 1940-1943. Aquí conoció a Corneille y Constant.
En 1946, Appel tuvo su primer espectáculo en Groningen. En 1947, Appel se unió a Experimentele Groep, junto con Anton Rooskens, Jan Nieuwenhuys y Theo Wolvecamp. En 1948, Karel Appel fue uno de los miembros fundadores del movimiento vanguardista CoBrA. Un año después, en 1949, participó con los otros artistas de CoBrA en una exposición colectiva en el Stedelijk Museum de Amsterdam que generó muchas objeciones en el público y la prensa. Appel usó esto a su favor; su fresco "Cuestionando a los niños", encargado para el Ayuntamiento de Ámsterdam, estuvo encubierto durante 10 años después de causar controversia. Appel fue influenciado por Pablo Picasso, Henri Matisse y Jean Dubuffet y como resultado de la controversia Appel se mudó a París en 1950, seguido de México, Estados Unidos, Brasil e Italia.
Después de 1990, Appel volvió a ser más popular en los Países Bajos y recibió varios espectáculos importantes, organizados por Rudy Fuchs y el museo CoBrA. El trabajo de Appel se ha exhibido en varias galerías de renombre en todo el mundo, incluida la Galería Anita Shapolsky en Nueva York, la Galerie Lelong en París y la Galerie Ulysses en Viena. K
arel Appel murió el 3 de mayo de 2006 en su casa de Zúrich, Suiza. El trabajo de Karel Appel se encuentra en muchas colecciones públicas, como el Museo de Fundatie, Zwolle, Países Bajos, la Galería de Arte de Hamilton, Ontario, Canadá y el Rijksmuseum de Ámsterdam.
We use cookies to provide statistics that help us give you the best experience of our site. By using this site without changing your cookie settings, you are agreeing to our use of cookies.
