Geboren als zoon van een postbeambte; zijn vader stierf voordat hij één jaar oud was. Zijn moeder stimuleerde hem om tekenen, quero escola op foi hij daar entrou. Als vijftienjarige kwam hij terecht bij zijn leermeester A.C. Sleeswijk em Soest.Daar leerde hij zijn eigen stijl te ontwikkelen. L`Hoëst werd lid van Het Amersfoortse kunstenaarsgenootschap De Ploegh waar hij enkele tentoonstellingen tinha en ontdekt werd door Remko Watjes en Douwe van der Zweep van de progressieven (een club die niet lang heeft bestaan). Hij exposeerde op latere leeftijd in de salons van Parijs. Na de Tweede Wereldoorlog, die Sleeswijk niet overleefde, werd het atelier nagelaten aan L`Hoëst. Met een ruim uitzicht over de akkers van de Soester Eng maakten hij impressionies van de avondluchten, stillevens, landschappen in portretten. Hij ging hiermee door totdat em 1959 zijn huis conheceu o atelier afbrandde en bijna geheel zijn jeugdwerk verloren ging. L`Hoëst kocht em Soesterberg een nieuw huis maar vertrok al gauw naar Frankrijk, Portugal em Duitsland om daar te schilderen. Hij ontwikkelde een eigen stijl em olieverf, acrílico, tempera en waterverf. Ook de Cobra-stijl foi seu mestre. L`Hoëst werd vergeleken conheceu grootmeesters como Vincent van Gogh, Auguste Renoir em Claude Monet. Doordat hij regelmatig em het buitenland era, was hij in die tijd em Nederland minder bekend. Veel van zijn vroegere werken kwamen bij verzamelaars em Duitsland no Canadá terecht. Nadat er een overzichtstentoonstelling in het Singer Museum te Laren was gehouden, begon ook Nederland L`Hoëst te ontdekken. Tot op de dag van vandaag maakt hij nog steeds schilderijen, al kost het iets meer moeite dan vroeger vanwege zijn hoge leeftijd. Todos os filhos amigos de Amersfoort alertam Toon Tieland em Joop Traarbach. L`Hoëst heeft in de loop der jaren diversas exposições gehouden in binnen en buitenland o.a. em Galerie Needien te Neede en Muzeum Flehite te Amersfoort.
