Over de kunstenaar
Watten, schuimrubber, poederdons: Henk Peeters (Den Haag, 1925- Hall, 2013) werk bestaat uit alledaagse materialen die hij bij voorkeur bij HEMA of V&D koopt. Gewone gebruiksvoorwerpen haalt hij uit hun context, waardoor de vraag wat authentiek is in het leven wordt geroepen.
Het past in de Nul-beweging die Peeters in 1960 samen met Jan Henderikse, Armando en Jan Schoonhoven opricht en die tot 1965 zal bestaan. Eerder, in 1958, richt Peeters de Hollandse Informele Groep op, waarbij formele uitgangspunten met betrekking tot schoonheid niet langer aan de orde zijn.
Kenmerkend voor Nul is dat er niet zoiets is als een authentiek kunstwerk: serialiteit en oplage worden niet geschuwd. Ook herhaling en het gebruik van monochrome kleuren staan centraal. Het handschrift van de kunstenaar wordt vervangen door zijn idee. Peeters sluit met zijn reeds bestaande, kunstmatige producten als poederdons en watten aan bij de traditie van Marcel Duchamps ready mades. De vragen die Nul wil stellen gaan terug op het wezen van de dingen: Wat is een doek? Wat is een schilderij? Wat is verf?
“Met Nul wilden we opnieuw beginnen. Vanuit het niets. Het was letterlijk een nul-punt, het begin van de nieuwe kunstgeschiedenis... Wij zetten die oude schilderijen in die mooie lijsten aan de kant. Die hadden voor ons afgedaan.”
Het doel is het alledaagse te verheffen tot kunst. Zo vult Peeters voor Aquarel (1964) talloze plastic zakjes met water. Naast water is ook vuur een belangrijk element. Evenals een aantal kunstenaars in de internationale ZERO-groep, waaraan Nul verwant is, maakt Peeters pirografieën: beelden die ontstaan doordat het papier of doek aangeraakt wordt door een vlam of de rook daarvan.
Peeters is opgeleid aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag (1940-1945). Zijn werk werd getoond in onder andere het Stedelijk Museum Amsterdam, het Stedelijk Museum Schiedam, Palazzo Fortuny (Venetië) en Museum Boijmans Van Beuningen (Rotterdam).