De periode van 1630 tot 1700 was de "gouden eeuw" van de Nederlandse cartografie. De kaarten werden gezien als kunstwerken, handwerk werd hoog gewaardeerd, gravures waren van het hoogste niveau, maar qua geografische nauwkeurigheid waren kaarten van Hollandse meesters inferieur aan kaarten die in Duitsland, Frankrijk en andere Europese landen werden gemaakt .

Joachim, de oprichter van de firma Ottens, werd geboren in Amsterdam en werkte aanvankelijk als kopergraveur. In 1711 richtte hij zijn eigen bedrijf op dat zich bezighield met uitgeverijen en drukkerijen, waarbij hij boeken, kaarten en ansichtkaarten verkocht en illustreerde.

Hoewel Joachim een paar jaar later stierf, zetten zijn zonen, Renier en Joshua, het bedrijf van hun vader met succes voort. De belangrijkste bijdrage aan de cartografie van de familie Ottens waren de enorme meerdelige atlassen die ze op bestelling maakten, zoals Atlas Major. Sommige Atlas-uitgaven zijn samengesteld uit meer dan 800 afzonderlijk uitgegeven kaarten.