Over de kunstenaar
Bernard de Hoog (geboren op 19 november 1867 in Amsterdam, overleden in Den Haag, 1943) was een Nederlandse schilder onder invloed van de Haagse School.
Bernard toonde talent als schooljongen, maar zijn verzoek om een kunstopleiding te volgen werd afgewezen. Hij werkte twee of drie jaar in een kantoor en de koopman die schetsen en tekeningen vond in plaats van figuren in de grootboeken, gaf hem de opdracht een portret van zijn vrouw te maken. Met aanmoediging van de koopman werd Bernard naar een tekenleraar gestuurd en daarna naar een tekenacademie.
De laatste jaren als student werden vergemakkelijkt door zijn succes bij het verkrijgen van de subsidie van de Nederlandse koningin, die hij twee jaar lang in zijn bezit had. Hij werkte enige tijd onder een van de grootste Nederlandse dierenschilders, Jan van Essen, en kopieerde veel van de oude meesters, zoals Pieter de Hooch en Frans Hals. Zijn schilderen vanuit de natuur stelde hem in staat om de oude meesters te begrijpen. In de loop van het jaar 1886 werd het talent van De Hoog opgemerkt. Hij had de schilderijen van Jozef Israëls en Albert Neuhuys bewonderd. Het eerste grote schilderij dat hij tentoonstelde was te zien in Amsterdam, getiteld 'Tijdens de preek in de nieuwe kerk'.
Al snel werd De Hoog interieurschilder, omdat hij in een rijk dorp woonde. Hij schilderde vier jaar lang interieurs en trok daarna met zijn gezin naar andere provincies. Zijn effectieve talent werd tegen die tijd ten volle gewaardeerd en men begreep zijn originaliteit. Hoewel beïnvloed door het werk van Israëls, kan niemand de eigenheid van De Hoog ontkennen.
De Hoog volgde de Haagse School, vooral een beweging van realisme, een reactie op de vroegere stemming van de romantiek. Hij pleitte voor het eenvoudige plattelandsleven, een gelukkige en onschuldige sfeer waarin kinderen een grote rol spelen. Hij schilderde veel kleine afbeeldingen van het leven op het platteland, van de huizen van de boeren, met het licht dat door de oude ramen scheen. De Hoog had een ontwikkelde geest en een uitstekende smaak. In de eenvoudige verschijning van het eenvoudige leven van het Nederlandse volk ontdekte hij een schoonheid van de gedachte die zijn beheersing van de toon dicteerde, hij wist precies de manier om het sentiment dat in hem aanwezig was uit te drukken.