Over de kunstenaar
Joseph Gabriel Argy-Rousseau (Meslay-le-Vidame 1885-1953) wordt beschouwd als één van de weinige grote glaskunstenaars die werkten met pâte de verre.
Pâte de verre was eind 19e eeuw net herontdekt door Henri Cros en Georges Despret. Maar een klein aantal kunstenaars ontwikkelden hun eigen methodes en receptuur en specialiseerden zich in het werken met pâte de verre. Samen met Henri Cros, Georges Despret, François Décorchemont en Amalric Walter behoort Gabry-Rousseau tot de belangrijkste glaskunstenaars op het gebied van pâte de verre.Hij ontwikkelde binnen het pâte de verre ook het zogenoemde 'pâte de crystal', dat als belangrijkste eigenschap had dat het meer doorzichtig was.
Door zijn vriendschap op de Academie in Sèvres met de zoon van Henri Cros, Jean Cros, leerde Argy-Rousseau werken met pâte de verre.Hij gebruikte sindsdien altijd pâte de verre als basis voor al zijn ontwerpen. Zijn eerste expositie op de Salon des Artistes Indépendantes Française was al in 1914.
In 1921 begon Gabriel Argy-Rousseau zijn eigen atelier in Parijs. "Les pâtes de verres d'Argy-Rousseau". De financier en galeriehouder Gustave Moser-Millot kreeg de exclusieve rechten van verkoop. Hij had meerdere mensen in dienst maar bleef zijn hele loopbaan op een kleinschalige manier glas maken. Zo werden de meeste items grotendeels met de hand geproduceerd, maar er werden ook semi-geautomatiseerde technieken toegepast voor de eenvoudigere ontwerpen. Zijn ontwerpen werden altijd in kleine series geproduceerd.
In 1925 was hij op het hoogtepunt van zijn roem. Toch werd hij mede door de economische crisis gedwongen in 1931 zijn atelier te sluiten. Hierna ging hij werken als zelfstandig kunstenaar in een klein atelier en maakte alleen nog unica. Hij leefde in grote armoede maar bleef actief.
Argy-Rousseau's werk is vrij zeldzaam en mede daardoor behoorlijk kostbaar. Vele grote collecties, zowel museaal als particulier, hebben een werk van Argy-Rousseau in hun collectie.
Gabriel Argy-Rousseau overleed in 1953.