Hans Christiansen (1866-1945) was een Duitse schilder en illustrator en een belangrijke bijdrager aan de Jugendstil/Art Nouveau-beweging. Al vroeg volgde hij van 1881 tot 1885 een opleiding als decoratieschilder in Flensburg en schreef zich vervolgens in 1888 in aan de School voor Toegepaste Kunsten in München. Na een studiereis naar Italië in 1889 verhuisde hij naar Hamburg, waar hij lesgaf aan een technische school. middelbare school. Tegelijkertijd werkte hij als freelance decoratieschilder en droeg hij actief bij aan de “Volkskunst-Verein”, in een poging een hervorming tot stand te brengen gebaseerd op het model van de Arts-and-Crafts-beweging.

In 1895 gaf hij zijn baan op en ging via Antwerpen naar Parijs om van 1896 tot 1899 te studeren aan de “Academie Julian”. In 1899 werd hij benoemd tot groothertog Ernest Ludwig van Hessen in de kunstenaarskolonie van Darmstadt aan de Mathildenhöhe in Darmstadt, waarvoor hij, samen met Joseph Olbrich en Peter Behrens, meubels, keramiek, wandtapijten en glas-in-loodramen en grafische posters ontwierp.Hij ontwierp ook zijn eigen huis in de kolonie die hij 'Villa Rose' noemde en die later helaas in de Tweede Wereldoorlog werd verwoest.Gedurende deze tijd leverde Christiansen ook regelmatig bijdragen aan het tijdschrift Jugend, waar hij talloze illustraties en omslagen produceerde.

Vanaf 1902 vestigde hij zich in Parijs, waar hij als schilder werkte en vanaf 1911 les gaf aan de School voor Toegepaste Kunsten in Wiesbaden.Vanaf 1933 werd zijn werk vanwege zijn joodse vrouw door de nazi-partij verboden en tot aan zijn dood in 1945 grotendeels vergeten.