Suze Robertson studeerde tussen 1874-1877 aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Zij behoorde tot de groep Amsterdamse Joffers.

De Amsterdamse Joffers was een groep vrouwelijke kunstenaars in Amsterdam die in het laatste kwart van de 19e eeuw wekelijks bijeenkwamen om samen te schilderen en hun werken te tonen.

Ze stonden bekend om hun stijl die het voorbeeld volgde van de Amsterdamse impressionisten, en waren allemaal lid van de Amsterdamse kunstenaarsverenigingen Arti et Amicitiae en Sint Lucas, en de meesten volgden de lessen van professor August Allebé van de Rijksakademie van beeldende kunsten te Amsterdam.

Tot 1882 gaf ze tekenles aan meisjes in Rotterdam terwijl ze op zondag les kreeg van Petrus van der Velden in Den Haag en koos daarna voor een carrière als kunstenaar, haar werken van eenvoudige mensen in boereninterieurs en ruige taferelen uit het boerenleven doen denken van Van Goghs vroege De Aardappeleters en er wordt gezegd dat ze elkaars werk bewonderden.

Suze trouwde in 1892 met de schilder Richard Robertson en stierf in 1922 in haar geboorteplaats Den Haag. Suze heeft haar werken nooit gedateerd.