Over de kunstenaar
De Faience- en Tegelfabriek Holland-Utrecht werd in 1895 gesticht net onder de zuidelijke stadsgrens van Utrecht aan de Vaartse Rijn door Jan Willem Mijnlieff (1862-1937). Op deze locatie bevond zich eerder de tegelfabriek Schillemans. Die fabriek kon de gewenste modernisering naar de in het begin van de jaren 90 al populaire Frans-Belgische Art Nouveau niet doorvoeren.
Mijnlieff zette wel met aanvankelijk succes een faience programma voor sieraardewerk op. Het zou qua vormgeving en decoratie
het meest exuberante worden dat Nederlandooit kende. Mijnlieff werd ongetwijfeld geïnspireerd door het succes van de Haagsche Plateelfabriek Rozenburg. Dat hij voor zijn faïence een technisch kwalitatief hoog niveau haalde, is toe te schrijven aan zijn personeelsbeleid.
Uit binnen- en buitenland haalde hij vakmensen naar Utrecht, waarbij wel aangetekend moet worden dat een aantal van hen eind 1897 al weer de overstap maakte naar Gouda waar de Plateelbakkerij ZuidHolland werd gesticht. Voor het schilderswerk wist Mijnlieff in 1896 twee toppers bij Rozenburg los te weken. Dat waren Johannes Karel Leurs (1865-1936) en Jan Carel Heytze (1873-1943). Leurs was aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten
opgeleid tot vrij scheppend kunstschilder om in 1891 als volleerd schilder in dienst van Rozenburg te treden. Heytze werd in 1889 als
15-jarige leerjongen bij Rozenburg aangenomen. Binnen 5 jaar bereikte hij de status van meesterschilder.
Voor Mijnlieff zetten beide een nadrukkelijk stempel op de faïenceproductie van Holland en daarmee ook van de tegeltableaus die de fabriek voor binnen en buiten uitbracht. De Holland-schilders signeerden maar incidenteel hun werk.