Over de kunstenaar
Charles Malfray (Orléans, 1887- Dijon, 1940).
Opleiding: École des Beaux-Arts, Orléans, École des Arts Décoratifs, Parijs en École des Beaux-Arts, Parijs.
Malfray heeft als steenhouwer gewerkt (1901-1904) bij de architectuurbeeldhouwer Alfred Lanson in Orléans, de broer van zijn leermeester Ernest Lanson, hij heeft met het voltooien van deze opleiding een studiebeurs voor 10 jaar gekregen van de stad Orléans.
In 1904 verhuisde hij naar Parijs, hij werd vaste klant van 'Moulin de la Galette' of de 'Lapin Agile', waar hij kunstenaars als Picasso en Gargello ontmoette. In Isadora Duncan's atelier ontmoette hij ook Rodin en Dunoyer de Segonzac, hij leerde ook Maillol, Despiau en Bourdelle kennen, met wie hij goed bevriend raakte.
Hij werkt als steenhouwer bij de beeldhouwer Paul Gasq en volgde lessen aan de l'École des Arts Décoratifs.
In 1907 werd hij toegelaten tot de l'École des Beax-Arts, de klassieke opleiding gebaseerd op de klassieken viel hem tegen, in de tussentijd was hij werkzaam in het atelier van Jules Coutan (1908-1910).
Militaire dienst volgde, waarna hij zijn opleiding weer oppakte, tot het uitbreken van WO I, waar hij enkele jaren was gemobiliseerd, o.a. 7 maanden in Verdun (1916) en uiteindelijk zwaar gewond raakte in 1917 door blootstelling aan gifgas. In 1918-1919 verbleef hij in een sanatorium en hield zich bezig met tekenen en schilderen. Hij is zijn hele leven ziek gebleven en uiteindelijk ook niet oud geworden.
Na de oorlog keerde hij terug naar Parijs waar hij werkte aan oorlogsmonumenten voor Pithiviers en Orléans. Het was in deze periode 1920-21 dat hij de sculptuur van Isadora Duncan maakte. Hij werd ook docent tekenen aan een nieuw opgerichte École des Arts Appliqués.
In 1930 hielp Maillol zijn vriend aan een baan als docent aan de Académie Ranson in zijn eigen atelier, tekenen en modelleren. Hij was onder meer de leraar van Charlotte van Pallandt, Etienne Martin, Kees Schrikker en François Stahly.
In 1933 begon de samenwerking met zijn model Anise, die tot zijn dood voor hem bleef poseren. Zijn carrière was succesvol in de jaren 30, hij kreeg nationale en internationale erkenning. Tijdens de jaren 30 had hij ook vele exposities in het buitenland, onder andere in Groningen, Amsterdam en Rotterdam.
Hij overleed in 1940 in Dijon.