"Halte der Artillerie or Rustende Cavalerie" by George Hendrik Breitner
Scroll to zoom, click for slideshow

Halte der Artillerie of Rustende Cavalerie 1885

George Hendrik Breitner

CanvasOlieverfVerf
60 ⨯ 100 cm
Momenteel niet beschikbaar via Gallerease

  • Over kunstwerk
    60 x 100 cm.
    Signed lower left
    According to the annotation on the back of a photo this subject is situated at the Beeklaan in Loosduinen, the Hague.

    Provenance: Collectie A.L. Koster, ’s-Heerenberg, 1901; vlg. A Mak, Amsterdam, 15 april 1924, lot nr. 23 (als: Rustende cavalerie);
    Collectie Camphuis; vlg. A. Mak, Amsterdam, 4 november 1924, lot nr. 30;
    A. Mak, Amsterdam, 13 februari 1934;
    Kunsthandel Sala, Den Haag, 1940;
    Collectie W. Hoos, Den Haag; Kunsthandel Kupperman, Amsterdam, ca. 2000,
    Christie’s, 17 november 2010; private collection the Netherlands.

    Literature: Anoniem, ‘Geillustreerde kunstagenda’, in: Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift, vol. 50, deel 99, januari-juli 1940, p. 80, ill.; A.M. Hammacher, Amsterdamsche Impressionisten en hun Kring, Amsterdam 1941, ill. nr. 32 b; P.H. Hefting, G.H. Breitner in zijn Haagse tijd, Utrecht 1970, cat.nr. 89, ill. (als: Halte der Artillerie (Rustende Cavallerie); Adriaan Venema, G.H. Breitner, 1857-1923, Bussum 1981, cat.nr. 93, p. 97, ill. (als: Halte der artillerie). Het schilderij wordt genoemd in een brief van G.H. Breitner aan zijn mecenas A.P. van Stolk, 9 maart 1885 (zie P.H. Hefting, 1970, nr. 89).
     
     
    Exhibited: Amsterdam (Arti et Amicitiae), G.H. Breitner, november – december 1901, cat.nr. 92 (als: Halte der cavalerie); Amsterdam, Tentoonstelling Haagse Kunstkring, 1924, cat.nr. 66; Gemeentemuseum (Den Haag), Jubileumtentoonstelling Haagsche Kunstkring, 3 mei – 1 juni 1941, cat.nr. 14; Gemeentemuseum (Den Haag) Bruikleen van de erven van W. Hoos van 1957 – na 1970. 
  • Over kunstenaar

    George Hendrik Breitner (1857-1923) werd geboren in Rotterdam. George Hendrik Breitner was een dubbeltalent. Hij werd niet alleen bekend als schilder, maar ook als fotograaf. Er zijn zo’n 2000 foto’s van Breitner over verschillende collecties verspreid. 

    In 1876 schreef hij zich in aan de academie in Den Haag. Later werkte hij in het atelier van Willem Maris. In deze vroege periode werd hij vooral beïnvloed door de schilders van de Haagse School. Breitner gaf de voorkeur aan arbeidersmodellen: arbeiders, dienstmeisjes en mensen uit de lagere klassen. Hij zag zichzelf als 'le peintre du peuple', de volksschilder.

    In 1886 verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij het leven van de stad vastlegde in schetsen, schilderijen en foto's. Breitner kwam daar in contact met de Tachtigers, een groep kunstenaars rond het literaire tijdschrift De Nieuwe Gids, die voor veel vernieuwingen zorgde in de kunstwereld

    Soms maakte hij meerdere foto's van hetzelfde onderwerp, vanuit verschillende hoeken of onder verschillende weersomstandigheden. Foto's kunnen als voorbeeld dienen voor een schilderij, als voor zijn portretten van meisjes in kimono's, of als algemeen referentiemateriaal. 

    De camera zou hem bijna 25 jaar lang blijven boeien en er ontstond al gauw een wisselwerking tussen zijn schilderkunst en zijn fotografie. De foto's waren daarbij meer dan alleen een hulpmiddel. Rond 1900 begon de fotografie steeds meer een eigen plaats in te nemen binnen zijn werk.

    Zijn laatste weinig produtieve en stille jaren worden op 5 juni afgesloten. Hij sterft rustig, in zijn atelier. Breitner's Cees Maks vertelt later dat een wasmand vol negatieven in zijn atelier werd gevonden.

    George Hendrik Breitner werkte vaak samen met Isaac Israels; beide schilders worden aangeduid als Amsterdamse impressionisten. Conservatieve critici noemden Breitners stijl 'onaf'.